hier wat nuttige Info voor je telefoon....
Een telefoon kan de volgende onderdelen bevatten:
- Een microfoon, vanouds meestal een koolmicrofoon. Deze zet spraak om in elektrische trillingen.
Een telefoon, dat is hier het onderdeel dat elektrische trillingen omzet in geluid en dat tegen het oor wordt gehouden.
Bij een modern toestel bevinden microfoon en telefoon zich in de telefoonhoorn, ook wel microtelefoon genoemd. Verder zijn er eendelige toestellen, waarbij het hele toestel een hoorn is. Elke mobiele telefoon is een eendelig toestel.
- Een haakcontact waarop de hoorn wordt gelegd. Hierdoor wordt het toestel uitgeschakeld en aan de telefooncentrale gesignaleerd dat het toestel vrij is. De bel wordt natuurlijk niet uitgeschakeld.
- Een bel, ook wel wekker geheten, om een inkomend gesprek aan te kondigen. Vanouds bestaat de bel uit een of twee klokjes waartegen een klepel slaat. Moderne telefoons bevatten een luidsprekertje en vaak dient het luisterdeel in de hoorn ook als bel. De spanning waarmee de bel wordt aangestuurd, heetwekspanning of bel stroom.
- Een triller. Deze treft men aan in de meeste mobiele telefoons. Hij kan worden gebruikt in plaats van de bel. Draagt de gebruiker de telefoon op het lichaam, dan voelt hij dat er wordt opgebeld en wordt de omgeving niet gestoord.
- Een antilokaalscakkeling. Deze zorgt ervoor dat het eigen stemgeluid niet goed hoorbaar is (dat wordt namelijk als hinderlijk ervaren). De stem van de gesprekspartner moet natuurlijk wel hoorbaar zijn.
- Een kiesinrichting om bij een uitgaand gesprek het nummer te kiezen. Vanouds was dit een kiesschijf, tegenwoordig meestal drukknoppen. Tegenwoordig is bijna elke telefoon aangesloten op een automatisch netwerk, zodat de kiesinrichting niet kan ontbreken.
Een handdynamo met slinger om belstroom op te wekken, zodat bij de tegenpartij (vaak de telefooncentrale) de bel rinkelt. Sinds het begin van de 20e eeuw wordt de belstroom in de centrale opgewekt en is de dynamo niet meer nodig.